Lees meer
Zwart-wit of kleur?
Kleurennegatieven zien er nog iets anders uit. Je kan ze herkennen aan de oranje schijn op de film (die na verloop van tijd soms bruinig wordt). Net als zwart-witnegatieven worden ze doorgaans per 4, 5 of 6 verknipt en zo meegegeven met de ontwikkelde foto’s, zodat er later nog meer fotoafdrukken van kunnen worden gemaakt.
Filmstrook of vlakfilm
Fotonegatieven komen voor op filmstroken of vlakfilm. Filmstroken zijn vaak verknipt tot 6 negatieve beelden, maar het kunnen er ook meer of minder zijn, bijvoorbeeld slechts eentje. Soms zit de strook opgerold, bijvoorbeeld in een cilindervormig plastic of papieren doosje.
Ontvlambaar
Tot in de jaren 1930 bestond film uit nitraat, een zeer ontvlambaar materiaal dat bij verval ook salpeterzuur uitscheidt. Daarna werd nitraat vervangen door celluloseacetaat, maar er dook een nieuw probleem op: deze drager is namelijk gevoelig voor het azijnsyndroom (ook azijnzuursyndroom genoemd). Ruikt je film naar azijn, of zie je een craquelé-achtig patroon waardoor de emulsielaag losraakt van de drager? Dan heb je met het azijnzuursyndroom te maken.
Het wordt aangeraden om negatieven op nitraat- en acetaatfilm zo snel mogelijk te digitaliseren.
Op projectcest.be vind je een uitgebreide handleiding die je helpt bij de identificatie van nitraatfilms. Filmcare kan ook hulp bieden bij het identificeren van nitraat-, acetaat- of polyesterfilm.
Verschillende filmformaten
Negatieven kunnen voorkomen op veel verschillende filmsoorten en -formaten. Een handig overzicht vind je hier.
Interesse om de wondere wereld van de negatieven verder te ontdekken? Lees meer hier:
Wist je dat …
… tot in de jaren 1960 negatieven ook op glas gemaakt werden? Meer info over glasnegatieven kan je hier vinden.